04/10 on top of the world

Het onweer van gisterenavond heeft Fürlauwi ondergedompeld in een dichte mist. Er hangen wolken in de Alpenweides die onze gastenverblijf omringen. Alles voelt klam en nat. We besluiten de start even uit te stellen tot de aangekondigde zon het haalt van de wolkensluier. Dat is rond de klok van elven in aanvaardbare mate het geval. Onze bikes zijn net als het wegdek wat opgedroogd en we maken ons sterk dat we straks onderweg naar en op de top van de verschillende bergpassen die we in het vizier hebben, voldoende helder en ver kijken kunnen.

Ze liggen op een zakdoek voor het oprapen in Zwitserland: de imposante, wondermooie bergpassen. Veel kilometers hoef je vanuit Andermatt (vlakbij onze thuisbasis Meien) niet af te leggen om een handvol eindeloos wiegende bergpassen onder je wielen te schuiven. De bergtoppen tornen elk ruim boven de tweeduizend hoogtemeters uit, de omgeving is zonder uitzondering telkens betoverend mooi en de wegen zijn van een onberispelijk gaaf asfalt voorzien. 

We beginnen aan ons rondje Zwitserse bergpassen met de Furkapas. Deze 2.429 meter hoge berg is vooral bekend uit de Bond-film Goldfinger, waar hij het decor vormde van een helse achtervolging door de haarspeldbochten van de Furkapas tussen vertrekplaats Realp en de top met het iconische Hotel Belvedere. Als eerbetoon aan wijlen Sean Connery werd langs de tot James Bond Strasse herdoopte bergweg een gedenksteen aangebracht.

Kort na de Furkapas wacht de elegante Grimselpas: nergens ruw, nergens verrassend, nergens steil, overal waanzinnig mooi. Op de top (2.165m) ligt de diepblauwe Totensee en staat een aantal gebouwen waaronder twee hotels en een kleine kapel. De restanten van de wolken van vanmorgen hangen nog weifelend in de Totensee als we in de vroege namiddag de top bereiken. Het levert enkele leuke plaatjes op en het bizarre zicht van twee motards die even verderop aan een tafeltje een tête aan tête hebben terwijl ze elkaar door de dichtgepakte wolken allicht niet eens (helder) zien. 

Na de Grimselpas trekken we verder Zuidwaarts om ons via de Nufenenpass richting Airolo te begeven waar de Gotthardopass wacht.

De Nufenenpass is in 1964 geopend en is met zijn 2.478 hoogtemeters de hoogste, geheel op Zwitsers grondgebied gelegen bergpas. Zelfs hartje zomer ligt er regelmatig een pak sneeuw op deze hoogte. Vanuit Ulrichen voert de weg door het woeste Ägenetal. Rond de 2000 meter-grens begint de weg met haarspeldbochten aan de finale klim. Op en net voor de top biedt de Nufenenpass indrukwekkende weidse uitzichten. 

De afdaling van de Nufenenpass sluit naadloos aan op de Gotthardpas, die de Zwitserse plaatsen Andermatt en Airolo verbindt. De pas bereikt over een lengte van 26 kilometer een 2.106 meter hoogte. Als onderdeel van de ruim honderd kilometer lange Gotthardstrasse vormt deze bergpas al vele eeuwen een van de belangrijkste Noord-Zuid-verbindingen door de Alpen. Vandaag loopt het meeste verkeer door de befaamde Gothardo-tunnel en is de pas minder druk. Op de top levert het zicht op het dal prachtige vergezichten op, deels belemmerd door slierten wolken die door een striemende wind tegen de rotswanden worden geblazen.

Zwitserland is betoverend mooi. En toch onder motards uit de Lage landen minder bekend en bemind, zo lijkt het. Waarom? Omdat Zwitserland ondanks zijn ligging in het hart van Europa niet tot de Europese Unie behoort. Bij communicatie met het thuisland en het uitwisselen van dataverkeer rinkelt de kassa onherroepelijk. En los daarvan is Zwitserland ook pokkeduur: voor een koffie, een capuccino en een ice tea betaal je lang de Furkapass in een elementaire blokhut zonder bediening vlotjes 18€; en voor een bord bouillon soep tellen ze even verderop in het dal 15€. We besluiten dan maar om na het binnenrijden zelf aan het kokkerellen te slaan en een basic maar toepasselijk avondmaal in elkaar te draaien: 'hartelijke bergpassen-omelet'.

Smakelijk!