10/08 Over en weer Servië: Mokra Gora & Tara
Op de planning staat vandaag een bezoek aan het Memorial en de begraafplaats van Srebrenica en van daaruit de grens met Servië over richting Mokra Gora en het houten bergdorp Kustendorf van filmmaker en cultuuricoon Emir Kusturica. Als er tijd rest wil ik graag nog even freewheelen in het Tara Nature Park, dat aanschurkt tegen de berg waarop Kusturica zijn dorp en een boogscheut verder zijn railway station heeft ingeplant. Maar de Balkan zou de Balkan niet zijn als om elke hoek geen verrassingen of nieuwe wendingen kunnen opduiken. Dat is vandaag niet anders.
Klokslag 8u wil ik het Kawapaard zadelen als de oma des huizes mij gebiedt te gaan zitten op haar terras. Het is een kranige en vooral bazige bes die zich met alles moeit, zich om alles bekommert en iedereen commandeert. Ik prijs me gelukkig dat ik geen Bosnisch versta en verschuil mij graag achter mijn muur van onwetendheid. Om de noodzakelijke communicatie m.b.t. de functionele kwesties des verblijfs aan te zwengelen schakel ik soms Google translate in. Bij elk Bosnisch woord dat ik alzo leer en luidop herhaal om mijn goede wil te laten blijken, word ik door oma aangemaand het woord in kwestie met de juiste Bosnische tongval uit te spreken; tot een keer of drie, vier laat ze me zo alles herhalen tot het voor haar aanvaardbaar Bosnisch klinkt :-)
Oma gebiedt me dus te gaan zitten. De zelf gestookte Raki die haar man me aanbiedt weiger ik nog categoriek wijzend naar de moto; daar heb ik geen Bosnisch woord voor nodig. Maar aan de koffie van oma valt niet te ontsnappen. En dus wurg ik me door een kop koffie waar met gemak een lepel of drie in kunnen worden rechtgezet. Voor ik halverwege de koffie ben wordt de ware reden van mijn gedwongen uitgesteld vertrek opgelepeld: er moet nu voor de kamer betaald worden en wel aan haar, niet aan haar zoon (de eigenlijke verhuurder). Oma krijgt wel uitgelegd dat ze sollen wil maar heeft meer moeite met de cijfers en de omzetting van euro naar mark. En dus wordt de nog minderjarige kleindochter manu militari van haar bed gelicht om met Engelse getallen te spelen. Als ik het besje ter plaatse betaal is ze zichtbaar opgelucht. Nu mag/moet haar man onmiddellijk in het gelid om de poort te ontgrendelen. The Gates are open: De Kawa kan los.
Ik tank vol nog voor ik de stad uit ben en een draai verder zit ik op een bochtige bergweg die al snel de bewoonde wereld inruilt voor bossen met hoofdzakelijk naaldbomen. Het asfalt is verbazend goed voor een onbewoonde regio die ook allerminst toeristisch lijkt want ik kom geen levende ziel tegen. Vele zwierige kilometers later gebiedt de garmin-navigatie mij een zijweg in te slaan die er niet is. En ook de volgende aftakkingen die hij suggereert bestaan niet: er zijn alleen bomen te bespeuren. Ik krijg een flashback naar een vorige passage door Bosnië toen ik in de buurt van Jajce diep in de wouden verdwaalde, voor meer dan twee uren geen levende ziel of teken van bewoning of beschaving zag en na tientallen kilometers over bospaden met enkel stenen en kuilen bij valavond pas een uitweg vond. Ik hou me voor dat valavond nog ver weg is, het weer mooi, de wegen zalig en de tank vol. En dus rij ik steeds verder en verder de desolate bossen.
Wanneer de wegen waarover ik rijd en de wegen die de garmin weergeeft weer samenlopen blijk ik een heel eind van Sebrenica verwijderd en pal op de Servische grens. Ik wik en weeg even en hak dan de knoop door: terugkeren naar Srebrenica doe ik niet, wie weet welke kuren of spookwegen de garmin dan weer tevoorschijn tovert. Bovendien kom ik dan in tijdnood en ben ik verplicht het hele Tara Natuurpark te skippen. Ik besluit linea recta Servië in te rijden. Srebrenica is dan volgende keer aan de orde: dit is mijn vijfde passage doorheen de Balkan; het zal voor editie VI zijn.
Ik herken de steile weg omhoog naar Kustendorf meteen. Op het eerste zicht lijkt het dorp nog zoals ik het me herinner uit 2015 maar naarmate ik er dwars doorheen in het rond kuier hink ik constant op twee gedachten: ofwel is er behoorlijk wat nieuwe infrastructuur aan het dorp toegevoegd en is de site uitgebreid ofwel herinner ik mij een aantal dingen gewoon niet meer. Where is Hermanos when you need him? Ik laat het allemaal rustig bezinken over een koffie en wat water op een van de vele terrassen. Hoewel grotendeels herkenbaar blijft het toch een imposant gegeven: op deze schilderachtige locatie een volledig in hout opgetrokken nederzetting optrekken met alle faciliteiten en functies die je maar kan bedenken, en dat in combinatie met de stenen stad Andricgrad in mijn uitvalsbasis Visegrad. Il faut le faire. En zeggen dat bij ons in het Westen niemand – een paar excentrieke zonderlingen niet ten na gesproken – daar enige weet, kennis of besef van heeft.
Na Kustendorf trek ik Tara Nationaal Park in. Het Natuurpark Tara strekt zich uit over de grenzen tussen Bosnië & Herzegovina, Montenegro en Servië. De Tara canyon in Montenegro – de grootste canyon in Europa – loopt van Mojkovac tot Djurdivica – met de befaamde Tara brug. Die canyonweg scheurde ik al meermaals door op de moto. Maar de Servische kant van het Tara Natuurpark is een premiere. Eigenlijk ligt het Tara Natuurpark tussen de Mokra Gora berg van Kusturica en de grens met Bosnië die gevormd wordt door de rivier de Drina.
Ik rij naar de uithoek van het Tara Park waar zich het huis op de Drina bevindt. Van daaruit volg ik de Drina om dan gaandeweg de bergen in te duiken. Uiteindelijk ga ik off track via een sterk stijgend door losse stenen tot bergpad gepromoveerd spoor door het bos omhoog tot bij het Sjenic Viewpoint. Van hieruit zie je het Tara bergmassief en de kloof over de drie landen waarover het zich uitstrekt. De vergezichten zijn adembenemend. Dat ik even daarna weer zes kilometer onderaf door het stenen-bad moet tempert de vreugde wel wat. Maar ach, alles komt goed en ik ben blij dat ik uiteindelijk weer richting Visegrad kan. Het is 17u als ik binnen rij. Oma staat me aan de poort al op te wachten ;-)