09/08 Visegrad

Het afscheid van mijn gastheer in B&B Nacional in Trebinje is hartelijk en sympathiek. Als ik hem 's morgens om een laatste koffie verzoek en daarmee gepaard de eindafrekening, vraagt hij, gewapend met pen en papier, of hij mee mag aanschuiven. “I never keep the score. I think I can remember more or less, so can we talk and agree upon the consumptions over these last three days?” – het uitbaten van een B&B, Balkan-style ;-)
Ik zeg hem dat zijn inschatting een onderschatting is. “I know. But that way you'll come back.”

 

Het is zonnig en rustig tussen Trebinje en het Sutjeska National Nature Park. We zijn met weinigen op weg in de bergen die de grens vormen tussen Bosnië & Herzogivina en Montenegro. Dat maakt de mooie rit des te meer aangenaam: de zon zit achterop en aan de ene kant kabbelt in het dal het water op ons vrolijk ritme en aan de andere kant trekken de rotsen een hoge grillige muur op. Het is onophoudelijk draaien en keren vandaag, slingeren, wiegen en inkantelen; net dat wat motorijden zo leuk maakt. Het asfalt is niet overal perfect maar vergeleken met mijn vorige passages merkelijker beter. Ik tref en kruis ook meer motards dan in het verleden. Uiteraard verwaarloosbaar met de colonnes op de populaire bergpassen in Frankrijk, Italië, Spanje of Oostenrijk. Maar toch beduidend meer dan in het verleden; Italianen vooral, ook wel best wat Tsjechen – in Trebinje had ik een aangename babbel met een Hongaarse en een Italiaanse biker. De pracht van de Balkan ontluikt stilaan in de plannen steeds meer motorrijders. En dan popt onvermijdelijk de vraag bij mij op: wanneer zouden de lorejasse in colonne deze contreien komen verkennen.

Het sterk verbeterde asfalt geldt uiteraard voor de betreden paden. Als je zoals ik in Sutjeska Nature Park op zeker moment op zoek wilt naar een in de bergwouden verstopte waterval, is stenen, keien en kuilen vreten a l'Albania uw deel.

 

Naast de waterval doe ik onderweg langs de grens met Montenegro ook het Tjentiste Spomonik monument aan. Het gedenkt de partizanen die tijdens WOII in deze bossen het machtige Nazi-leger afhielden: de Nazi's haalden het op getalsterkte en hadden een imposant arsenaal aan oorlogstuig ter beschikking; de balkan-partizanen moesten het hebben van hun terreinkennis in deze grillige ruwe bergen. Dat volstond: de Nazi's beten jaren hun tanden stuk op de Balkan guerilla strijders.

 

Geen oorlog maar vredige rust in Visegrad als ik halverwege de namiddag mijn opwachting maak. Na het uitpakken en settelen en de obligate verkwikkende douche duik ik het stadje in op zoek naar Andricgrad, de stad in de stad die cultureel en creatief fenomeen Emir Kusturica hier bouwde als eerbetoon aan Ivo Andric, schrijver en gewezen winnaar van de Nobelprijs voor literatuur. Andricgrad is een parel en het is compleet onbegrijpelijk dat ik en Hermanos ooit Visegrad bezochten maar Andricgrad misliepen. Voor mij is dat bij deze rechtgezet. Nu Hermanos nog ...