12/08 De doorsteek Zuidwaarts
De derde grote oversteek - na de eerdere twee van het openingsweekend - kondig zich onder een gunstiger gesternte aan: het weer is mooi, de drukte op de weg beperkt en de omgeving heel wat mooier.
Door de bergen van Bosnië & Herzegovina Servië in voelt intussen als vertrouwd terrein. Half negen neem ik afscheid van mijn gastheren in Visegrad en een uur later ben ik al een stuk in Servië gevorderd. Daar duurt het vervolgens evenwel een eeuwigheid omdat op weg naar en in Uzice het verkeer aan een slakkengang vooruit schuifelt. Geen stilstaande file, wel sterk vertraagd verkeer. Het lijkt wel op een drukke steenweg bij ons, met dat verschil dat het niet van rotonde tot rotonde strompelen is, eerder van aftands stoplicht tot aftands stoplicht. De enige verstrooiing in dat grijze monotone slakkegangetje is af en toe een kruispunt met in het midden een Servische sjampetter met fluit in de mond zwaaiend met zo’n plaatje waarmee de seingevers hier de lokale wielerwedstrijd in goede banen proberen te leiden.
Het is 12u30 als ik ononderbroken vier uur in het zadel zit en met amper 200 kilometer op de teller de snelweg op mag. “Volg 386km” zegt mevrouw Garmin. Vroeger zou ik dat een deprimerende mededeling gevonden hebben, nu kan ik een vreugdesprongetje vanuit het zadel nauwelijks onderdrukken.
De Serviërs rijden op de snelweg even roekeloos als in de bergen. Omdat ik fan ben van ‘met het verkeer mee rijden’ mag het beest in de Kawa los en kogelen we naar beneden, richting Macedonische grens. Ik slaag er zowaar in mijn vanmorgen verloren tijd grotendeels in te halen.
Bij het tanken raak ik aan de praat met een Litouwer op een offroad KTM. Gaat ook de Balkan door. Op de bijwijlen dramatische wegen in en door de bossen in de bergen is hij zwaar in het voordeel. Maar met z’n smalle offroad bandjes en een tankinhoud van 12 liter moet de oversteek op de snelweg toch wel een frustrerende bedoening zijn.
Aan de grensovergang verlies ik nog eens twintig minuten voor de bureaucratische Balkan-geplogenheden die eigenlijk dateren uit de vorige eeuw. Maar voor de rest schuiven de kilometers in tientallen met de snelheid van een doldraaiende teller onder de wielen. Voor 17u land ik in Gradsko; een grauw gehucht die naam nauwelijks waardig, kort voor de Griekse grens. De rit van morgen Thessaloniki in is onder voorbehoud van onvoorziene omstandigheden of calamiteiten een gezondheidswandeling.
Alles bij mekaar was dit een vlotte, saaie en geslaagde rit. Niet te vergelijken met de oversteek van het openingsweekend. Zo zie je maar dat omstandigheden (weer; verkeer; moto; …) vaak veel bepalender zijn dan enkel de statistieken over afstand en tijd. There ‘s more to the picture than just the numbers 🤷🏼
PS. Om te stoppen voor foto’s was er vandaag geen tijd 😎