23/08 Up to Shkodër (Albania)
De dag is jong en het gemoed niet echt gewillig om het ruime asfalt-sop te kiezen. De dag extra in de luxe thuisbasis in Griekenland zit er evenwel op en ook de ladies vliegen zo dadelijk huiswaarts. Aldus doet deze motard wat motards plegen te doen: het stalen ros zadelen en het gashendel vieren.
De garmin stuurt me door Thessaloniki Centrum en ik doe op spitsuur de meeste plekken aan die we tijdens de citytrip al wandelend bezochten; zo glij ik langs de Witte Toren, ligt de piratenboot er werkloos bij zo vroeg op de ochtend en is het zelfs bijzonder rustig op de Aristoteles Square.
Na de stad wacht de autosnelweg. Het is er zalig rustig. De flitspalen en mijn rug- en beenspieren die zich nog wat moeten aanpassen na tien dagen zwembad-modus weerhouden mij ervan de Kawa te geselen. Toch sta ik na drie non-stop-uren keurig aan de grens Griekenland-Albanië.
Het weerzien met Albanië is altijd een feest. Al van tijdens mijn allereerste passage raakte ik betoverd door dit woeste, warrige, chaotische en tegelijk ontwapenend prachtige, veelkleurige en veelvormige, pure land. Als stevige kers op de taart mag ik Albanië vandaag helemaal doorkruisen: van de het ongeveer meest Zuidoostelijke punt tot het meest Noordwestelijke punt trek ik een grillige diagonaal dwars doorheen dit smalle land, geprangd tussen de Adriatische zee en de Dinarische Alpen.
Het gaat het in Albanië beduidend minder snel vooruit. De weg Noordwaarts langs het Orhid-meer is reatief druk en de snelheid wordt er over de meeste stroken sterk gelimiteerd. Nadien gaat het landinwaarts richting Albesan. Deze route deed ik enkele jaren geleden toen de weg nog in aanleg was en Hilde achterop over het hele traject ettelijke rozenkransen weesgegroetjes bad opdat we leven en wel doorheen het modderbad zouden glijden. Vandaag is asfalt mijn deel maar de weg slingert, draait en keert. Het is er druk in beide richtingen. Ergst van al slaat de zon loden mokerslagen die op de rood geblakerde rotsen lijkt te weerkaatsen en voor een verschroeiende hitte zorgen. Ik ben blij en niet blij dat ik vanmorgen in Griekse-motard-modus ben vertrokken, met blote benen en blote armen en handen: nog meer kleren is nog heter, anderzijds brandt de zon op mijn huid en moet ik af en toe stoppen om een beschermende zalf te smeren die vervolgens weer een (plakkerige) film over de kuip van mijn Kawa legt.
Ik lijk 16u te gaan halen om in Shkodër te raken en hoewel ik dan ongeveer acht uren letterlijk in het zadel zal hebben gezeten besluit ik voorbij Tirane om een ommetje richting Krüje te maken. Een half uur van de route heen, een half uur terug en ginds een klein uurtje kuieren in het lieflijke middeleeuwse dorpje op de bergtop. Ik scoor er enkele souvenirs, drink veel water en wat snelle suikers en duik weer naar beneden. Voor 18u zal ik op mijn bestemming in Shkodër arriveren.
Een verkwikkende douce later begeef ik mij naar mijn favoriete restaurant dat ik bij elke passage in Shkodër aandoe: Rozafa Fish Restaurant. De vis in dit visrestaurant staat niet op de menukaart: de vangst van de dag ligt uitgestald, je kiest, geeft mee hoe je'm op je bord wil zien terechtkomen et bien voila. Altijd overheerlijk!
Daarna spoel ik nog door met een Tsjechisch biertje lags de overvolle Pedestrian Zone in hartje centrum Shkodër. Het valt me op hoe deze charmante stad bij elke passage meer dan een tikkeltje mondainer wordt.
Geen nood, morgen trekken we de Albanese bergen in, waar mondain plaats moet ruimen voor puur en authentiek; waar het hectische stadsgeruis verstomt bij de stilte van het desolate berglandschap.